Het klein kaliber geweer is een enkelschotswapen geschikt voor .22LR (5.6 mm) randvuurmunitie.
De richtmiddelen zijn een diopter en een ringkorrel met korreltunnel.
Het gewicht van het geweer met richtmiddelen en handstop mag maximaal 5,5 kg bedragen.
De trekkerdruk is vrij.
Geschoten wordt op de internationale wedstrijdschijf voor kleinkalibergeweer met ringen van 10 tot 1, waarbij de diameter van de 10-ring 10,4 mm is en die van de 1-ring 154,4 mm. De diameter van de zwarte roos is 112,4 mm.
Het gebruik van een schietriem en schiethandschoen is toegestaan.
De schietdiscipline (KNSA nationaal onderdeel geweer) bestaat uit 60 wedstrijdschoten in 90 minuten, inclusief een onbeperkt aantal proefschoten.
Voor de digitale banen geldt een vaste proef tijd van 15 minuten en een wedstrijd tijd van 75 minuten.
De volgende KKG disciplines kunnen ook bij Willem Tell verschoten worden:
• Klein Kaliber Geweer liggend.
• Klein Kaliber Geweer 50 meter 3-houdingen.
• Klein Kaliber Geweer knielend.
• Klein Kaliber Geweer 50 meter kijker zittend.
• Klein Kaliber Geweer 50 meter kijker liggend.
De klassen zijn onderverdeeld in Senioren, Dames, Junioren en Veteranen.
De volgende onderdelen kunnen op 12 en op 50 meter worden geschoten.
Richtkijker.
Bij deze discipline wordt geschoten met een geweer of karabijn. Voor de diverse klassen zijn er verschillende bepalingen aangaande de specificaties van de gebruikte wapens en houding:
• Gereguleerde luchtgeweren met richtkijker, zittend opgelegd.
• Klein Kaliber Geweer zowel zittend als liggend opgelegd.
• Klein Kaliber Karabijn (kkk) standaard en vrij.
Geschoten wordt op 50 meter op de standaard schijf waarbij de 10 een doorsnede van 10,4 mm heeft.
Optische richtmiddelen zijn toegestaan.
De volgende disciplines worden doorgaans op 50 meter geschoten.
